In 2016 bleef de algemene vraag in de Belgische voedingsindustrie positief, vooral dankzij de toegenomen export. In 2017 zou de sector opnieuw moeten groeien.
- Marges onder druk door hoge loon- en energiekosten
- Betalingen na gemiddeld 60 dagen
- Insolventieklimaat blijft naar verwachting stabiel
In 2016 bleef de algemene vraag in de Belgische voedingsindustrie positief, vooral dankzij de toegenomen export. In 2017 zou de sector opnieuw moeten groeien; de toegevoegde waarde stijgt naar verwachting met 1,8%.
Bedrijven in Vlaanderen zijn goed voor meer dan 80% van de omzet en export in de voedingsindustrie. De voorbije jaren bleven de werkgelegenheidscijfers stabiel: in 2015 werkten er 82.000 mensen rechtstreeks en 128.000 mensen onrechtstreeks in deze sector. Na een daling in 2013 en 2014 trokken de bedrijfsinvesteringen in 2015 weer aan, tot EUR 996 miljoen.
De voedingssector levert ieder jaar een positieve bijdrage aan de Belgische handelsbalans. Een groeiende export is van cruciaal belang voor de verdere groei van de sector. Hierbij zijn kwaliteits- en veiligheidsnormen, naast proces- en productinnovatie belangrijke verkoopargumenten in het buitenland. De hoofdbestemmingen blijven Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, terwijl de export naar de VS, Japan en BRIC-landen toeneemt (vooral alcoholische dranken en chocolade). Deze verre overzeese markten bieden de beste groeimogelijkheden (in 2015 steeg de voedingsexport naar deze markten met 19%).
De concurrentie op de wereldwijde voedingsmarkt is echter zwaar en de winstmarges van veel Belgische bedrijven hebben te lijden onder de hoge energie- en loonkosten, die vooral kleine bedrijven treffen. De loonkosten liggen bijna 20% hoger dan in Frankrijk, Duitsland en Nederland – allemaal landen met grote concurrenten. Als gevolg van bijkomende lasten vanuit de overheid zijn de energiekosten sterk gestegen. Een ander probleem zijn de volatiele grondstoffenprijzen. Voedingsproducenten zien zich genoodzaakt om eventuele prijsstijgingen door te rekenen aan hun klanten, anders zou hun rendement nog meer onder druk komen te staan. En het valt nog te bezien welke gevolgen de recente Brexit-beslissing zal hebben voor de Belgische voedingsexport naar het Verenigd Koninkrijk op middellange en lange termijn. Om competitief te blijven op nationaal en internationaal vlak zijn verdere investeringen in innovaties en technologische specialisatie nodig.
Dranken zijn een winstgevende deelsector, die profiteert van een toenemende internationale vraag. Sportevenementen in 2016 (het EK voetbal en de Olympische Zomerspelen) hielpen de vraag opdrijven. Een bijkomende heffing op suikerhoudende dranken had echter negatieve gevolgen voor de verkoop, zodat meer Belgen over de grens gingen winkelen. De accijnzen op alcoholische
dranken stegen ook.
Het zuivelsegment had het door de afschaffing van de Europese melkquota moeilijk in 2015, maar de markt lijkt zich te stabiliseren na een volatiele periode. Men verwacht een verdere consolidatie in deze deelsector. De deelsector vlees kampt met zware concurrentie en marges die onder druk staan, terwijl er een consolidatieproces bezig is. Sommige vleesexporteurs lijden onder het Russische verbod op de import van voeding, dat ook de druk op het segment fruit en groenten verhoogde.
Hoewel de afhankelijkheid van bankfinancieringen en de hefboomwerking van bedrijven in de voedingssector doorgaans groot zijn, zijn banken over het algemeen bereid om leningen toe te staan aan deze sector. Betalingen in de Belgische voedingssector gebeuren na ongeveer 60 dagen. Veel langere betalingstermijnen zijn echter niet ongebruikelijk voor zeer grote voedingsbedrijven met een solide marktpositie. Late betalingen zijn niet ongebruikelijk, vooral wanneer piekperioden tot liquiditeitsproblemen leiden voor bepaalde voedingsbedrijven. We verwachten echter niet dat het aantal meldingen van niet-betaling de komende maanden een grote stijging zal laten zien. Het aantal insolventies in deze sector is gemiddeld, vergeleken met andere Belgische sectoren. In de eerste helft van 2016 werd wel een lichte stijging genoteerd. De komende maanden zouden er echter geen sterke stijgingen moeten zijn.
Ons acceptatiebeleid blijft over het algemeen neutraal tot voorzichtig, gezien de kosten- en margedruk voor veel bedrijven in deze sector (vooral kleinere bedrijven die actief zijn in het zuivel- en vleessegment hebben hier last van). We houden rekening met de seizoenstrends die de meeste deelsectoren voeding beïnvloeden en beheren kredietrisico’s door middel van een in de tijd beperkte dekking. Ondanks ons over het algemeen voorzichtige beleid, proberen we manieren te vinden om dekking te verlenen door bijkomende informatie te verkrijgen, zoals goede betalingservaringen of een garantie van een sterker moederbedrijf.
Downloads
934KB PDF