Duitse chemie bedrijven hebben doorgaans een solide eigen vermogen, solventie en liquiditeit, maar in 2016 zal de verkoop dalen als gevolg van dalende verkoopprijzen.
- Groeiende productie, maar dalende verkoopprijzen
- Betalingen gebeuren na gemiddeld 45 dagen
- Solide solventie en liquiditeit
De Duitse chemische sector (farmaceutica inbegrepen) is de grootste van Europa en de op drie na grootste ter wereld. Van de ongeveer 2.000 bedrijven die chemische producten maken, gaat het in meer dan 90% van de gevallen om kleine en middelgrote bedrijven (mkb) met minder dan 500 medewerkers. Het mkb biedt werk aan een derde van alle arbeidskrachten en zijn goed voor bijna een derde van de totale verkoop van de chemische sector. In tegenstelling tot andere sectoren zijn mkb-bedrijven in de chemische sector vaak klanten en geen leveranciers van grote chemische bedrijven.
Door de economische vertraging op tal van groeimarkten, zoals China, was 2015 een vrij zwak jaar voor de Duitse chemische sector, terwijl de economie van Brazilië en Rusland zelfs kromp. Als leverancier van bijna alle bedrijfssectoren en als sterk op de export gerichte sector voelde de Duitse chemische sector meteen de gevolgen van deze gebeurtenissen. Dat viel samen met een zwakke binnenlandse vraag naar chemische producten. Na goede prestaties in de eerste helft van 2015 moesten chemische
bedrijven hun productie verlagen in de loop van de tweede jaarhelft.
Volgens de Duitse chemische vereniging VCI daalde de productie, farmaceutica niet meegeteld, met 0,7% in 2015 (en met tot 0,7% als we farmaceutica wel meetellen), terwijl de omzet met 0,4% daalde tot EUR 190 miljard. De prijzen van producenten daalden met 2,8% en door de achterblijvende verkoop moesten de dalende grondstoffenprijzen worden doorberekend aan de klanten. De productie van polymeren (goed voor een stijging van 0,3%) en anorganische chemicaliën (goed voor een stijging van 0,7%)
steeg amper, terwijl producenten van consumentenchemicaliën (een daling van 3,4%) en petrochemicaliën (een daling van 3,1%) er op achteruit gingen.
Voor 2016 verwacht de VCI dat de productie met 1% zal groeien en de omzet met 1% zal dalen, terwijl de prijzen van producenten verder blijven dalen. De binnenlandse vraag blijft naar verwachting zwak wegens de bescheiden industriële groei, terwijl de export zou moeten aantrekken. De toegenomen internationale concurrentie noodzaakt chemische bedrijven echter om de lagere goederenprijzen meteen door te rekenen aan hun klanten.
Ondanks de vrij zwakke prestaties sinds de tweede helft van 2015 blijven de meeste Duitse chemische bedrijven doorgaans tevreden over hun bedrijfssituatie. Dankzij de aanhoudend lage olieprijzen doen de meeste bedrijven nog altijd goede zaken, zelfs met een teruglopende verkoop. Duitse chemische en farmaceutische bedrijven hebben doorgaans een solide eigen vermogen, solventie en liquiditeit. De winstmarges zouden stabiel moeten blijven.
Het betalingsgedrag in de Duitse chemische sector is altijd al beter dan gemiddeld geweest, zonder grote betalingsachterstanden. Naar onze ervaring nemen betalingen gemiddeld 45 dagen in beslag – of zelfs minder voor binnenlandse betalingen, aangezien de meeste chemische producten worden geëxporteerd naar bestemmingen met langere betalingstermijnen dan de binnenlandse markt. De voorbije zes maanden zagen we geen verandering van het betalingsgedrag of een toename van het aantal wanbetalingen; we verwachten dat dit patroon de komende maanden zal aanhouden. Dit zou gepaard moeten gaan met een stabiel blijvend laag aantal insolventies. Ons acceptatiebeleid voor deze sector blijft doorgaans soepel, met normale externe controles en evaluaties van kopers.
Downloads
930KB PDF