Hoge groei en inflatie opnieuw onder controle en economische hervormingen niet gevolgd door politieke veranderingen
Politieke situatie
Staatshoofd: President Tran Dai Quang (sinds april 2016)
Regeringsleider: Premier Nguyen Xuan Phuc (sinds april 2016)
Regeringsvorm: Communistische staat met een steeds meer marktgerichte economie.
Bevolking: 95,2 miljoen
Economische hervormingen niet gevolgd door politieke veranderingen
De Vietnamese communistische partij blijft stevig in het zadel, ondanks toenemende ontevredenheid bij de bevolking over het gebrek aan persoonlijke vrijheid, corruptie in de regering en land dat in beslag wordt genomen door de administratie. Op het vijfjaarlijkse congres van de Communistische Partij in januari 2016 lijkt de conservatieve factie aan invloed te hebben gewonnen. Terwijl de nieuwe leiders hun grip op de samenleving hebben verstevigd, worden de economische hervormingen voortgezet.
Het territoriaal conflict met China over botsende claims in de Zuid-Chinese Zee blijft een belangrijk thema in de bilaterale betrekkingen. Om te antwoorden op de toenemende assertiviteit van China, wil Vietnam graag op politiek en op veiligheidsvlak meer samenwerken met de Verenigde Staten en met Japan. Vietnam heeft echter niet de militaire capaciteit om een ernstige dreiging te vormen voor Chinese acties en de productiesector van het land is sterk afhankelijk van uit China ingevoerde grondstoffen. Bovendien is er, gezien de ideologische verwantschap tussen de regimes in beide landen, nog steeds een sterke pro-China factie binnen de Vietnamese communistische partij.
Economische situatie
Hoge groei en inflatie opnieuw onder controle
Sinds het begin van de jaren 90 staat de regering erg open voor internationale handel en investeringen. De directe buitenlandse investeringen in Vietnam bereikten in 2015 een record, buitenlandse investeerders zijn verantwoordelijk voor zo‘n 25% van de jaarlijkse kapitaaluitgaven. De handel vertegenwoordigt zo‘n 150% van de nationale productie.
De reële groei van het bbp zal in 2017 waarschijnlijk boven 6% uitkomen, doordat de output van de landbouw zich herstelt na een droogte en de export verder zal groeien, nu Chinese producten worden vervangen door goedkopere Vietnamese. De groei in particuliere consumptie wordt gestimuleerd door lage inflatie, lage lokale rentevoeten en stijgende lonen. De aanhoudend hoge inflatie (10% en meer in 2010 en 2011) is, sinds 2013, eindelijk gezakt. Daardoor kon de centrale bank de basisrente verlagen tot het huidige tarief van 6,5%. Verwacht wordt dat de inflatie in 2017 licht zal stijgen, doordat de dong aan waarde blijft verliezen en de voedselprijzen stijgen.
De begrotingsconsolidatie zal zich maar mondjesmaat voortzetten, terwijl het begrotingstekort op korte termijn naar verwachting rond 4,5% van het bbp zal blijven. Stijgende belastinginkomsten compenseren investeringen in infrastructuur en groeiende socialezekerheidskosten. Toegang tot kredieten om deze tekorten te financieren is geen zorg op korte termijn. Verwacht wordt dat de overheidsschuld in 2017 ongeveer 55% van het bbp zal bedragen.
De buitenlandse schuld blijft beheersbaar, met 40% van het bbp en 38% van de export in 2017. Meer dan 80% van de buitenlandse schuld is op lange termijn en de betalingscapaciteit is laag. Hoewel er voldoende deviezenreserves zijn om de behoeften aan buitenlandse financiering te dekken, blijft de importdekking met drie maanden zwak en kan een tekort aan liquiditeiten niet worden uitgesloten. Toch is er, gezien de beperkte internationale financiële integratie van Vietnam, weinig gevaar voor scherpe devaluaties van de wisselkoers.
Veel zwaktes en fundamentele uitdagingen blijven bestaan
Vietnam is sterk afhankelijk van Azië als exportmarkt (50% van de afzet) en blijft daardoor gevoelig voor economische crises in de regio. Vietnam had een belangrijke begunstigde moeten worden van het door de VS geleide Trans-Pacific Partnership (wat geleid zou hebben tot aanzienlijk betere groeivooruitzichten op middellange termijn), maar nu de VS zich heeft teruggetrokken uit het akkoord, is de toekomst ervan onzeker.
Buitenlandse bedrijven vertegenwoordigen ongeveer 70% van Vietnams export. Daardoor is de economie kwetsbaar voor een vertraging, als buitenlandse bedrijven het land zouden verlaten (bijvoorbeeld op zoek naar goedkopere arbeidskrachten). Volgens de Asian Development Bank (ADB) is slechts 35% van de bedrijven geïntegreerd in exportsectoren als binnenlandse leveranciers aan buitenlandse exportbedrijven in Vietnam (vergeleken met bijna 60% in Maleisië en Thailand).
Hoewel het bedrijfsklimaat langzaam verbetert, wordt het nog altijd gehinderd door zwakke instellingen, problemen met infrastructuur en endemische corruptie. Er is nog steeds veel staatsinterventie, veel staatsbedrijven zijn inefficiënt, waardoor de groei van de productiviteit stokt. Hoewel de regering sinds kort meer inspanningen levert om staatsbedrijven te hervormen door aandelen te verkopen, blijft de productiviteit van de privésector laag in vergelijking met andere Aziatische landen.
De Vietnamese banksector is weinig transparant, heeft weinig kapitaal, kent veel staatsinmenging en het aantal niet-rendabele leningen is hoog (naar schatting ongeveer 12%), vooral wegens leningen om politieke redenen. De regering maakt geen haast om nieuw kapitaal in de financiële sector te pompen en de bankactiviteiten te moderniseren. Vietnamese bedrijven hebben slechts beperkte toegang tot kapitaal, waardoor het voor hen moeilijker is om internationaal te concurreren. De gebreken van de banksector en de beperkingen op buitenlandse eigendom belemmeren de pogingen om meer buitenlands kapitaal aan te trekken.
Downloads
451KB PDF