Kleinere fabrieken kampen met lage operationele marges als gevolg van de gestagneerde vraag en de lagere verkoopprijzen.
- Nog geen grote opleving in 2015
- Fusies en integraties moeten de sector helpen
- Facturen worden na gemiddeld 90 dagen betaald
De metaalindustrie en in het bijzonder de staalindustrie zijn van groot belang voor de Italiaanse economie: met een geschatte omzet van EUR 34 miljard zijn ze goed voor ongeveer 2% van het bbp. De staalsector werd in 2012 en 2013 geconfronteerd met enorme dalingen van de productie en het verbruik – een negatieve trend die in 2014 aanhield. Volgens Federacciai, de Federatie van Italiaanse staalbedrijven, kromp de binnenlandse productie in 2014 met 1,6%. Deze trend zette in de eerste helft van 2015 door en trof zowel plat- als langstaalproducten. De nog steeds zwakke binnenlandse vraag naar staal raakt alle bedrijven langs de waardeketen, van staalfabrieken tot servicecentra en groothandels.
Ilva, de grootste van de twee staalfabrieken die met traditionele hoogovens werken en tevens de grootste in Europa in termen van productiecapaciteit, is goed voor een derde van de Italiaanse staalproductie. Ilva werd er in 2013 van beschuldigd toxische emissies te hebben laten ontsnappen en werd sindsdien geleid door een regeringscommissaris. In januari 2015 nam de Italiaanse overheid de volledige controle over de staalfabriek, die nu ver onder volle capaciteit werkt. Lucchini – Italiës op een na grootste staalproducent die in 2012 insolvent werd verklaard en onder buitengewoon beheer werd geplaatst – is verkocht aan het Algerijnse conglomeraat Cevital. Verwacht wordt dat de productie in de fabriek van Lucchini in de komende maanden weer wordt opgestart.
Kleinere fabrieken die met elektrische ovens werken, kampen met lage operationele marges als gevolg van de gestagneerde vraag en de lagere verkoopprijzen. Er wordt echter verwacht dat de schrootprijzen in de komende maanden blijven dalen als gevolg van de zwakke vraag, wat de kosten zou verlichten.
Het segment staaldistributie en -servicecentra van de Italiaanse staalindustrie wordt gekenmerkt door een groot aantal relatief kleine ondernemingen. Na twee jaar van fors stijgende insolventiecijfers nadert deze subsector het punt van stabilisatie als gevolg van verticale of horizontale integraties. In het segment platstaalproducten zijn de servicecentra van CLN en ArcelorMittal gefuseerd tot JV ArcelorMittal CLN Distribuzione Italia, dat samen met Ilva, Marcegaglia en Gabrielli meer dan de helft van het volume platstaalproducten in Italië zal beheersen. Daarnaast heeft Feralpi een aandeel van 48% in Presider SpA and Metallurgica Piemontese Lavorazioni verworven. Beide bedrijven leveren en installeren stalen steigers voor gewapend beton en alle aanverwante producten voor de civiele bouw en zijn een voorbeeld van verticale integratie.
De vooruitzichten voor de Italiaanse staalindustrie blijven zwak, ondanks een bescheiden opleving van de economie in 2015. De toekomstige prestaties van de sector zijn sterk verbonden met de toekomst van Ilva, dat veruit de grootste staalproducent is en veel invloed heeft op de prijsstelling op de binnenlandse markt.
Staal- en metaalproducenten hebben met enig succes hun exportactiviteiten proberen uit te breiden om de malaise op de binnenlandse markt te compenseren. De export van langstaalproducten is echter vooral bestemd voor Algerije, dat naar verwachting binnen 4 tot 5 jaar een volwassen markt zal zijn.
Wegens de aanhoudende problemen in deze sector blijft ons acceptatiebeleid over het algemeen voorzichtig. We staan momenteel echter meer open voor nieuwe verzekeringen dan in voorgaande jaren gezien de dalende trend van de kredietverzekeringsclaims. We hanteren nog steeds een restrictiever acceptatiebeleid in het (vooral bouwgerelateerde) segment van langstaalproducten en voor groothandelaren, maar we zijn wel bereid om kredietverzekeringslimieten toe te kennen in het segment ‘speciale staalsoorten en mechanica’.
Downloads
1018KB PDF