In 2016 bedroeg de Nederlandse voedingsconsumptie 57,1 miljard euro, goed voor bijna 10% van het Bruto Binnenlands Product.
- Sterke binnenlandse vraag en exportprestaties
- Facturen worden na gemiddeld 40 dagen betaald
- Brexit kan een probleem worden voor exportbedrijven
In 2016 bedroeg de Nederlandse voedingsconsumptie 57,1 miljard euro, goed voor bijna 10% van het Bruto Binnenlands Product.
Bijna 1 op 6 Nederlandse industriële werknemers werkt in de voedingssector. Vorig jaar groeide de toegevoegde waarde van de Nederlandse voedingsmiddelen- en drankenindustrie met 3,9%; voor 2017 en 2018 wordt een verdere groei verwacht, van respectievelijk 0,5% en 1,1%. De solide particuliere consumptie en een vooropgestelde wijziging in de belastingwetten in 2018 zouden de groei van de voedingsdetailhandel verder moeten ondersteunen.
Doordat het consumptiegedrag verandert naar een gezondere levensstijl, is het segment duurzame voeding een van de belangrijkste groeimarkten geworden op het vlak van voedingsdetailhandel en -diensten. In 2016 was duurzame voeding goed voor een omzet van 3,8 miljard, 26% meer dan het jaar ervoor, terwijl het marktaandeel steeg van 8% naar 10%. In 2016 boekten de Nederlandse supermarkten een omzet van 34,5 miljard euro, 2,5% meer dan het jaar ervoor, vooral dankzij de verdere groei van het segment huismerken. In 2017 stijgt het verkoopvolume van supermarkten naar verwachting met 1,5%. Traditionele kruideniers (slagerijen, bakkerijen, enzovoort) ondervinden steeds meer concurrentie van supermarktketens, die hun assortiment verder uitbreidden. Daarom moeten traditionele winkels zich omvormen tot gespecialiseerde winkels, banketbakkers
en kwaliteitstraiteurs.
Tegelijkertijd neemt ook de druk op traditionele supermarktketens toe als gevolg van de toenemende concurrentie van discounters, out-of-home, stads- en gemakswinkels (op drukke locaties), non-food winkels en online verkopers. Met de groei van leveringsplatformen, -diensten en afhaalpunten maakt de online voedingsdetailhandel opgang. Terwijl die online voedingsdetailhandel nog altijd een klein marktaandeel vertegenwoordigt (2,2% in 2016),zijn er tal van factoren die op een sterke groei wijzen voor de komende jaren, tot 9% in 2025.
Verwacht wordt dat de omzet van restaurants en traiteurs in 2017 en 2018 met ruim 4,5% per jaar stijgt. De toekomst van de Nederlandse voedingsdienstensector ziet er goed uit; men verwacht dat de jaarlijkse groei zal stijgen van 2% naar bijna 3% in 2020. Onder invloed van millennials verandert de Nederlandse eetcultuur. Thuis eten maakt plaats voor eten onderweg, op het werk of met vrienden. Voedingskeuzes en eetmomenten worden meer gepersonaliseerd, wat een positief effect zal hebben op de consumptie- uitgaven op het vlak van voedingsdiensten. Datagedreven technologieplatformen kunnen distributeurs in een ideale positie brengen om de manier waarop consumenten hun voeding kopen fundamenteel te veranderen. In september 2016 trok Takeaway.com, een starter voor maaltijden aan huis, naar de beurs. Daar werd de waarde van het bedrijf geschat op 1 miljard euro.
Nederland is een van de grootste exporteurs van landbouw- en voedingsproducten; alleen de VS is groter. De vleesverwerkende industrie en zuivelsector, goed voor respectievelijk 16% en 19% van de verkoop, zijn de belangrijkste sectoren op het vlak van voedingsexport. 12 van de 40 grootste voedings- en drankenbedrijven ter wereld hebben een grote productievestiging of R&D-faciliteit in Nederland.
In 2016 groeide de waarde van de zuivelproductie en export met 3%, terwijl de export naar Azië goed was voor 20%. Voor 2017 en 2018 verwacht men een stijging van de prijzen voor melkpoeder en boter, door de toegenomen vraag van Chinese klanten. Terwijl de vleesconsumptie stagneert in Europa - de belangrijkste exportbestemming - liet de export naar Azië een sterke stijging van ruim 40% zien in 2016. De komende jaren wordt een verdere stijging verwacht.
Dankzij de solide binnenlandse vraag en goede exportprestaties zijn de winstmarges van voedingsbedrijven in 2017 verbeterd. Banken zijn doorgaans bereid om leningen toe te staan en bedrijven hebben een vrij lage hefboomwerking. De schuldenlast van Nederlandse voedingsbedrijven (kleine bedrijven met minder dan 10 werknemers niet meegeteld) is zeer laag vergeleken met hun sectorgenoten in andere EU-landen.
De gemiddelde betalingstermijn is 40 dagen en het aantal betalingsachterstanden, uitstel en insolventies blijft laag in vergelijking met andere Nederlandse sectoren; voor 2018 worden geen grote veranderingen verwacht. Van de 1.573 Nederlandse bedrijven die insolvabel werden tussen april en september 2017 waren er slechts 82 actief in de voedingssector (eenmanszaken niet meegeteld).
Daarom blijft ons acceptatiebeleid voor de voedingssector open. Door hun sterke exportgerichtheid zijn veel Nederlandse voedingsbedrijven echter gevoelig voor geopolitieke risico’s, exportbeperkingen en prijs-/valutaschommelingen. Na het Russische
invoerverbod, dat vooral de handel in fruit en groenten trof, dreigt de Brexit nu de voedingshandel met een van de belangrijkste exportpartners van Nederland te verstoren. In 2016 daalde de voedingsexport naar het Verenigd Koninkrijk al met 2%, door de waardevermindering van het Britse pond sinds de Brexit-beslissing.
Download
De sleutel tot succesvol internationaal ondernemen is accurate economische informatie over markten en sectoren, met een intelligente blik naar toekomstige trends.
In dit onderdeel van onze publicatiesectie geven de economische experts van Atradius u een essentiële analyse van de wereldeconomie - verleden, heden en toekomst.