Volgens de OICA boekte de Britse auto-industrie in 2016 zijn hoogste output sinds 1999; 15 binnenlandse fabrikanten produceerden 1.816.622 voertuigen, goed voor een stijging van 8,0% op jaarbasis.
- Nog altijd solide prestaties, maar de gevolgen van de Brexit dreigen
- Valutavolatiliteit is een probleem
- Facturen worden na gemiddeld 60 dagen betaald
Volgens de International Organization of Motor Vehicle Manufacturers (OICA) boekte de Britse auto-industrie in 2016 zijn hoogste output sinds 1999; 15 binnenlandse fabrikanten produceerden 1.816.622 voertuigen, goed voor een stijging van 8,0% op jaarbasis. Volgens de European Automotive Manufacturers Organisation (ACEA) stegen de registraties van nieuwe personenauto’s met 2,3% en die van bedrijfsvoertuigen met 1,2% in 2016. Vorig jaar voerde het Verenigd Koninkrijk een recordaantal auto’s uit, namelijk 1.354.216, goed voor 75% van de totale productie. In de tweede helft van 2016 werd de groei van de export vooral gedragen door de waardevermindering van het pond in de nasleep van het Brexit-referendum in 2016. Volgens de Society of Motor Manufacturers & Traders (SMMT) bleef de export de drijvende kracht achter de groei van de autoproductie in de eerste helft van 2017 (+0,8% op jaarbasis).
Een belangrijke troef van de Britse autosector is zijn diversiteit, met een mix van volume-, premium en gespecialiseerde fabrikanten. Door de toenemende productie is de vraag van Britse autofabrikanten naar binnenlands geproduceerde onderdelen de laatste paar jaar gestegen. Momenteel is ongeveer een derde van de onderdelen in een auto van Britse makelij afkomstig uit het binnenland.
Wegens de aanhoudende solide prestaties van de Britse auto-industrie heeft de verwachte vertraging na de Brexit zich nog niet gematerialiseerd en had ze dus geen gevolgen voor de vraag of het aantal insolventies. Volgens de SMMT liepen de investeringen in de autoproductie echter sterk terug in de eerste helft van 2017, tot GBP 322 miljoen (EUR 367 miljoen), vergeleken met GBP 1,7 miljard in 2016 en GBP 2,5 miljard in 2015 wegens de groeiende onzekerheid van bedrijven over de afloop van de Brexit-onderhandelingen.
Terwijl de verhouding premium en gespecialiseerde auto’s in het bijzonder het afgelopen decennium is gestegen, met een toenemende vraag van buiten de EU tot gevolg, vertegenwoordigt de EU-markt nog altijd 56% van de Britse auto-export. Een ‘harde Brexit’ (waarbij het Verenigd Koninkrijk geen toegang meer zou hebben tot de interne markt en de douane-unie) zonder een tussentijdse regeling zou producenten en leveranciers ernstig schaden. Een vertrek uit de EU zou kunnen betekenen dat hogere tarieven de productie van auto’s in het Verenigd Koninkrijk duurder maken.
Volgens de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zou er een tarief van 10% op voertuigen en 4,5% op onderdelen zijn. De invoering van douanecontroles zou de ‘just-in-time’ levering van onderdelen van leveranciers uit de EU kunnen hinderen en leiden tot hogere voorraden, waardoor de kosten toenemen (gemiddeld genomen bestaan auto’s die gemaakt worden in het VK voor 60% uit onderdelen die worden ingevoerd uit de EU).
Bovenop een mogelijke verstoring van de handel zou de sector het voordeel van EU-financiering voor productie-onderzoek en -ontwikkeling kwijtraken. In het buitenland gevestigde autofabrikanten met activiteiten in het Verenigd Koninkrijk zouden hun winsten en de waarde van hun activa kunnen zien dalen.
De valutavolatiliteit is een ernstig probleem. Hoewel de waardevermindering van het pond exporteurs heeft geholpen, dreef ze ook de kosten voor de invoer van voertuigen en onderdelen op (ongeveer 87% van de in het binnenland verkochte voertuigen en 65% van de auto-onderdelen worden ingevoerd). Elke aanzienlijke stijging van de kosten op lange termijn kan een negatieve impact hebben op de verkoop, tenzij dealers en fabrikanten een deel van deze stijging op zich nemen, wat dan weer nadelige gevolgen zou hebben voor hun marges. Tegelijkertijd wordt verwacht dat de groei van het Britse bbp in 2018 vertraagt tot 1,4%. Samen met de aanhoudende onzekerheid over de afloop van de Brexit-onderhandelingen en de stijgende inflatie zou dit de binnenlandse autoverkoop kunnen vertragen en zowel dealers als fabrikanten kunnen treffen.
Facturen in de Britse auto-industrie worden na gemiddeld 60 dagen betaald. We hebben een toename in het aantal meldingen van niet-betaling geregistreerd over de afgelopen maanden, vooral doordat een grote distributeur van auto-onderdelen eind 2016 failliet is gegaan, doordat deze negatief werd beïnvloed door de depreciatie van het Britse pond en seizoensgerelateerde problemen. Vergeleken met andere Britse sectoren is het aantal faillissementen en insolventies in de auto-industrie nog altijd goed, met stabiele vooruitzichten op korte termijn.
Voorlopig blijft ons acceptatiebeleid open voor de meeste onderdelen van de Britse autosector, gezien het stabiele aantal insolventies en de aanhoudende solide vraag naar auto’s in het Verenigd Koninkrijk en in de eurozone.
De daadwerkelijke implicaties van de Brexit voor de Britse autosector vallen nog te bezien. We volgen de Brexit-onderhandelingen echter op de voet, vooral nu Artikel 50 werd ingeroepen; op middellange termijn zal dit ongetwijfeld gevolgen hebben voor de Britse auto-industrie. We vragen regelmatige managementinformatie op van kopers en klanten, waardoor we veranderingen van de risicodynamiek goed kunnen analyseren en, indien nodig, dienovereenkomstig kunnen handelen.