Stijgende olieprijzen bedreiging voor de wereldhandel?

Atradius nieuws

Het conflict in het Midden-Oosten leidt tot bezorgdheid over hogere olieprijzen. Wat zou dit betekenen voor de wereldhandel? En welke sectoren zijn gevoelig voor hogere olieprijzen?

 

 

 

 

 

 

Container ship | Atradius

 

 

 

 

 

De prijs van een vat Brentolie - de wereldwijde oliestandaard - is begin oktober met ongeveer 6% gestegen als gevolg van de onrust over het conflict in het Midden-Oosten.

Het conflict is geografisch begrensd, althans voorlopig. Maar er zijn zorgen dat een escalatie ertoe kan leiden dat de belangrijkste olieproducerende landen in de regio bij het conflict betrokken raken en dat belangrijke oliehandelsroutes in gevaar komen.

Dat zou kunnen leiden tot minder aanbod van olie, net nu er een substantiële toename van de vraag wordt voorspeld. Hierdoor zouden de prijzen nog veel meer kunnen stijgen. Het Internationaal Energieagentschap verwacht dat de vraag naar olie met 2,2 miljoen vaten per dag (mb/d) zal toenemen tot 102,2 mb/d in 2023, wat meer is dan het verwachte aanbod in de tweede helft van het jaar.

De Wereldbank heeft onlangs gewaarschuwd dat een ernstige escalatie van het conflict de olieprijzen zou kunnen opdrijven tot meer dan USD 150 per vat, van ongeveer USD 85-90 vandaag de dag. Het domino-effect van dat scenario zou waarschijnlijk zijn dat de brandstof- en voedselinflatie opnieuw sterk toenemen en mogelijk leiden tot uitstel van de renteverlagingen die de meeste economen in 2024 verwachten.

Olieprijzen fluctueren

We zijn echter nog niet beland in het worstcasescenario. Op dit moment blijven de prijzen ver onder hun piek van halverwege 2022, toen Brentolie een hoogtepunt van USD 115 per vat bereikte. De futuresmarkten wijzen momenteel op een gemiddelde van USD 80,5 per vat voor heel 2023, een daling ten opzichte van een gemiddelde van USD 96,4 in 2022.

Maar de prijzen van ruwe olie waren de afgelopen twee jaar behoorlijk volatiel, wat zich heeft doorvertaald in aanzienlijke schommelingen in brandstof- en voedselprijzen. De olieproductie reageert snel en soms erg sterk op geopolitieke spanningen en overheidsbeslissingen.

De prijs van ruwe Brent was al aan het stijgen voordat het huidige conflict in het Midden-Oosten begon. De prijzen stegen met 4,4% in de zomer, toen de in april aangekondigde OPEC+ (de Organisatie van olie-exporterende landen plus geselecteerde niet-leden) productiebeperkingen van 1,2 miljoen vaten per dag van kracht werden.

Verdere vrijwillige productiebeperkingen door Saoedi-Arabië en Rusland hebben de prijsstijging ook aangewakkerd, ondanks de hogere productie in de VS en de gemengde resultaten van de westerse sancties tegen Russische olie, die nu boven het door de G7 opgelegde prijsplafond van USD 60 per vat wordt verhandeld.

Impact van de olieprijs op een kwetsbare economie

De wereldeconomie is kwetsbaar en een aanzienlijke stijging van de olieprijzen kan de groeivooruitzichten hard raken. Olieprijzen hebben een grote invloed op verschillende sectoren, waaronder petrochemie, productie, landbouw, textiel, logistiek en transport, om er maar een paar te noemen. Deze effecten kunnen ernstige gevolgen hebben en uiteindelijk de consumentenbestedingen beïnvloeden. Als bedrijven besluiten om de kosten door te berekenen aan de consument, zou een aanzienlijke stijging van de olieprijzen de inflatiedruk kunnen verhogen, en de koopkracht en de economische groei aantasten. Als ze de kosten zelf absorberen, worden ze minder winstgevend en zijn minder geneigd om te investeren in duurzame groei.

"Nu de winstmarges al zo onder druk staan, komt daar door de olieprijzen nog een schepje bovenop. In combinatie met krimpende consumptie en investeringen zal de lagere vraag leiden tot hevige concurrentie", zegt Dimitri Pelckmans, Head of Risk Services België en Luxemburg.

Stijgende prijzen in de supermarkt en bij de benzinepomp kunnen centrale banken doen besluiten de verlaging van de rente uit te stellen of deze zelfs verder te verhogen. Bedrijven zouden dan last blijven houden van hoge financieringskosten, wat de vooruitzichten op een duurzame opleving van de wereldeconomie zou temperen.

Gevolgen voor sectoren

De stijgende olieprijzen maken het voor bedrijven in de hierboven genoemde sectoren inderdaad nog moeilijker om de toch al dunne winstmarges te handhaven in een sterk concurrerende markt. Maar zij zijn niet de enige. Tot op zekere hoogte worden alle bedrijven geraakt door de effecten van de stijgende olieprijs, vaak op onverwachte manier. De hoge inflatie bijvoorbeeld zorgt voor economische onzekerheid, wat op zijn beurt de financiële stabiliteit van afnemers beïnvloedt. Deze situatie vraagt om nauwkeurigere beoordelingen en beheer van handelskredietrisico's om effectief door het veranderende landschap te kunnen navigeren.

Dit complexe scenario ontvouwt zich momenteel in alle sectoren. Maar een aantal sectoren worden zwaarder getroffen dan andere. Dit zijn drie voorbeelden:

Voeding

De voedingsmiddelenindustrie is afhankelijk van olie, variërend van boerderij tot fabriek, tot aan de eettafel. Olie is nodig voor het verwarmen van kassen, het aandrijven van machines en om de koeling in supermarkten van stroom te voorzien. De wereldwijde voedselmarkt is afhankelijk van transport over zee, door de lucht en over de weg dat wordt aangedreven door geraffineerde olie. Volgens het Internationaal Monetair Fonds leidt een stijging van de olieprijzen met 1% tot een stijging van de voedselprijzen met 0,2%. Voedingsmiddelen hebben vaak een lage marge en veel producenten en detailhandelaren hebben weinig andere keuze dan de hogere energiekosten door te berekenen aan de consument in de vorm van hogere prijzen.

Pelckmans zegt: “Aanhoudend hoge olieprijzen zullen onvermijdelijk leiden tot hogere voedselprijzen. Als zich een grote olieprijsschok voordoet, zal dit de al hoge voedselprijsinflatie nog verder doen oplopen."

Maakindustrie

Als de olieprijzen stijgen, worden fabrikanten aan twee kanten geraakt. Aan de ene kant stijgen de productie- en transportkosten, aan de andere kant nemen de consumentenbestedingen af. "Een tweede voorbeeld van een sector die zwaar onder druk staat door de stijgende olieprijzen is de textielindustrie”, gaat Pelckmans verder. “De impact van stijgende olieprijzen op de textielsector is breed en beïnvloedt factoren zoals kosten, concurrentiedynamiek, prijsstrategieën en consumentenvraag."

Tegelijkertijd is lenen voor investeringen in extra capaciteit of verhoogde efficiëntie duur zolang de rentetarieven hoog blijven. Elk uitstel van renteverlagingen als gevolg van de stijgende olieprijzen ondermijnt de huidige productiviteit van fabrikanten en hun strategieën voor toekomstige groei.

Logistiek

Logistiek en transport bevinden zich in de frontlinie van olieprijsstijgingen. Niet alleen stijgen de brandstofprijzen, ze worden ook onvoorspelbaarder, wat aanzienlijke gevolgen heeft voor de petrochemische sector. De mate waarin olieprijsveranderingen invloed hebben op brandstofprijzen verschilt van land tot land, omdat overheden consumenten en bedrijven op verschillende manieren proberen te beschermen. Ze kunnen de regelgeving aanscherpen, de belastingen verlagen of de prijzen bevriezen. Het is ook mogelijk dat ze niets doen. De omvang, reikwijdte en duur van deze interventies zijn moeilijk te voorspellen, wat leidt tot nog meer onzekerheid rond brandstofkosten en een gecompliceerder beeld voor internationale logistieke en transportactiviteiten.

"Escalerende olieprijzen hebben een grote impact op de logistieke sector”, concludeert Pelckmans “Dit varieert van hogere operationele kosten tot het op de proef stellen van de efficiëntie van de toeleveringsketen. Deze effecten kunnen doorwerken in de hele toeleveringsketen en uiteindelijk de ervaringen van en kosten voor consumenten beïnvloeden. Verder is het vermeldenswaard dat de aanzienlijke veranderingen in de gasmarkt, veroorzaakt door de overgang naar vloeibaar aardgas (LNG), een nieuw niveau van instabiliteit hebben geïntroduceerd, vergelijkbaar met het gedrag dat waargenomen is in de oliemarkt. Dit maakt het logistieke landschap nog gecompliceerder, waardoor het voor de industrie essentieel is om effectief door deze volatiele energiemarkten te navigeren om een soepele werking van de toeleveringsketens te garanderen en de kostendruk voor zowel bedrijven als consumenten te beperken."

Onzekerheid troef

Op dit moment denken we dat de verwachte versoepeling van het monetaire beleid in 2024 nog steeds waarschijnlijk is. Maar het kan minder zeker worden als het huidige conflict zich uitbreidt.

 

De recente stijging van de olieprijzen kan de snelheid waarmee de inflatie daalt vertragen. Maar tenzij de prijzen aanzienlijk stijgen of er belangrijke bredere kostenschokken opduiken, zijn we sceptisch dat dit een wezenlijke invloed zal hebben op het moment waarop centrale banken overgaan tot renteverlagingen.

Theo Smid, Economist at Atradius

Theo Smid
Senior econoom Atradius Nederland

 

 

Simulaties uitgevoerd door Oxford Economics laten zien dat als aanbodfactoren de olieprijs tot eind volgend jaar zouden opdrijven tot USD 95 per vat, dit ongeveer 0,4 procentpunt zou toevoegen aan de basisprognose voor de wereldwijde CPI-inflatie in 2024. Een sterkere stijging van de olieprijs tot USD 110 zou de wereldwijde inflatie volgend jaar met 0,9 procentpunt verhogen tot gemiddeld 5,1%, slechts iets onder de verwachte stijging van 6,1% dit jaar.

"In beide scenario's suggereert het model ook dat het effect op de kerninflatie volgend jaar klein zou zijn", voegt Smid toe. "Een zwakkere bbp-groei zou ook de onderliggende inflatiedruk verminderen, dus er zou geen wezenlijke verandering zijn in het basispad voor de beleidsrente in de VS of Europa."

Kortom, olieprijspieken van rond USD 90 per vat zijn niet genoeg om de brede en substantiële verschuiving in prijzen en lonen teweeg te brengen die beleidsmakers ertoe zou kunnen aanzetten om de rente langer hoog te houden. Als de olieprijzen echter stijgen tot boven de USD 110 per vat of meer, en daar in de voorzienbare toekomst blijven, zouden de Europese Centrale Bank (ECB) en de Federal Reserve in de verleiding kunnen komen om renteverlagingen verder uit te stellen tot in de tweede helft van 2024.

Op dit moment is echter niets zeker. De ogen van de wereld blijven gericht op het Midden-Oosten, in de hoop dat een verschrikkelijk maar tot nog toe geografisch beperkt conflict wordt beheerst en snel wordt opgelost.

Disclaimer

Elke publicatie die beschikbaar is op of vanaf onze websites, zoals, maar niet beperkt tot webpagina's, rapporten, artikelen, publicaties, tips en nuttige content, blogs, infographics, video's (hierna ‘Publicatie’) wordt louter ter informatie verstrekt en is niet bedoeld als beleggingsadvies, juridisch advies of enige aanbeveling aan de lezer(s) met betrekking tot specifieke transacties, investeringen of strategieën. Lezers zijn zelf verantwoordelijk voor het nemen van commerciële en andere beslissingen omtrent de verstrekte informatie. Hoewel Atradius al het noodzakelijke heeft gedaan om te verzekeren dat de informatie in enige Publicatie verkregen is van betrouwbare bronnen, kan Atradius niet verantwoordelijk gesteld worden voor fouten of omissies, of voor de resultaten verkregen door gebruik van deze informatie. Alle informatie in enige Publicatie wordt gegeven ‘zoals ze is’, zonder garantie op volledigheid, accuraatheid, tijdsgebondenheid, of op de resultaten verkregen door gebruik van de publicatie, en zonder garantie van enige soort, uitdrukkelijk of geïmpliceerd. In geen geval zal Atradius, haar gerelateerde partners of corporaties, of de partners, agenten of werknemers hiervan verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor enige genomen beslissing of actie die zij zouden nemen op basis van de in enige Publicatie verstrekte informatie, of voor enig verlies van kansen, winstderving, productieverlies, omzetverlies of gevolgschade, speciale of soortgelijke schade van welke aard dan ook, zelfs wanneer de lezer in kennis is gesteld van de mogelijkheid van dergelijke verliezen of schade.