De VS loopt voor op de EU en andere geavanceerde economieën wat betreft investeringen in AI, terwijl Europa ook op belangrijke gebieden achterloopt op China. De uitgaven voor AI-infrastructuur (datacenters, chips, stroomupgrades) zijn een duidelijk voorbeeld van de dominantie van de VS. Terwijl Europa in 2024 9,4 miljard dollar aan AI-investeringen heeft gedaan, hebben Amerikaanse bedrijven 197 miljard dollar uitgegeven en zullen ze naar verwachting alleen al dit jaar 340 miljard dollar investeren.
De AI-investeringsboom heeft een meetbare impact op het bbp in de VS, maar vooralsnog niet elders. Sinds medio 2022 zijn de Amerikaanse investeringen in digitale technologieën met 0,5 procentpunt gestegen tot 4,2% van het bbp. De wereldwijde opwinding rond AI stimuleert speculatie in softwarebedrijven en AI-platforms, die voor het merendeel in de VS zijn gevestigd. De onverzadigbare honger van AI naar rekencapaciteit en opslagruimte leidt tot een overeenkomstige golf van infrastructuurgerelateerde kapitaaluitgaven. De bouw van datacenters in de VS is in de drie jaar tot begin 2025 met meer dan 230% gegroeid.
Maar investeringen in infrastructuur en microprocessors zijn slechts één kant van het AI-verhaal. De andere kant is de invoering van AI-tools en -platforms om de bedrijfsproductiviteit te verhogen. Op dit gebied is Europa minder in het nadeel. Hoewel het beeld niet overal op het continent hetzelfde is, lopen veel Europese regio's voorop bij de invoering van AI en kunnen ze de komende jaren aanzienlijke productiviteitsvoordelen behalen.
De kloof in AI-investeringen
In totaal was Noord-Amerika in de eerste helft van 2025 goed voor 20% van alle AI-gerelateerde groei, een cijfer dat een weerspiegeling is van de investeringen in de gehele AI-waardeketen. Dat omvat ruwe silicium, speciale gassen en de machines die halfgeleiders produceren, evenals de computers en servers die AI-platforms en de toepassingen zelf aandrijven.
Europa is op veel van deze gebieden gewoonweg minder gevestigd en er is minder voor investeerders om in te investeren. Europa ontwikkelde in 2024 drie nieuwe AI-modellen, de VS 40. Afgezien van start-ups zijn de meeste tech-investeringen geconcentreerd in een paar megabedrijven, waarvan de meeste in de VS zijn gevestigd.
Bovendien zorgen gefragmenteerde kapitaalmarkten, hoge energiekosten en complexere bouwvoorschriften ervoor dat Europa in het nadeel is als het gaat om investeringen in infrastructuur. Dit blijft zo ondanks verschillende initiatieven van de Europese Commissie, waaronder een speciaal AI-investeringsprogramma van 200 miljard euro.
“In tegenstelling tot de VS, waar tech-investeringen hebben geleid tot een hausse in kapitaaluitgaven, verwachten we niet dat AI een belangrijke motor zal zijn voor economische groei op korte termijn in Europa”, zegt Dana Bodnar, Senior Economist bij Atradius. “We verwachten dat de huidige trends zich in 2026 zullen voortzetten, waardoor de enorme voorsprong van de Verenigde Staten op het gebied van AI-investeringen ten opzichte van andere grote economieën nog groter zal worden.”
In tegenstelling tot de Amerikaanse ervaring van een door technologische investeringen aangestuurde kapitaalgoederenboom, verwachten we niet dat AI een belangrijke motor zal zijn voor economische groei op korte termijn in Europa.
Productiviteit is een winst op langere termijn
Maar de andere kant van de AI-medaille is productiviteitswinst, en op dat vlak staat Europa sterker. In de hele Europese Unie maakte in 2024 ongeveer 13,5% van de bedrijven gebruik van een of andere vorm van AI in hun bedrijfsvoering, met taken variërend van het analyseren van geschreven tekst tot het automatiseren van workflows. Dat was een stijging ten opzichte van 8% in 2023.
“We zien geen grote stijging in investeringen in infrastructuur of platforms in het verschiet”, zegt Theo Smid, Senior Economist bij Atradius. In plaats daarvan zal de bereidheid om de nieuwe technologie toe te passen leiden tot productiviteitswinst. Hier loopt Europa voorop ten opzichte van andere grote economieën."
We verwachten geen grote stijging in investeringen in infrastructuur of platforms. In plaats daarvan zal de bereidheid om de nieuwe technologie toe te passen leiden tot productiviteitswinst.
Deze voordelen zullen niet snel merkbaar zijn. Behalve voor echte AI-pioniers lijkt het idee dat AI het komende jaar een wezenlijke invloed zal hebben op de productiviteit voorbarig. Vroege gebruikers in sectoren als technologie en bankwezen zien weliswaar enige winst in termen van omzet per werknemer, maar de meeste bedrijven zijn geen vroege gebruikers. Veel bedrijven zetten zelfs nog maar kleine stapjes op het gebied van AI en een aanzienlijk aantal is nog helemaal niet begonnen.
“AI heeft de manier waarop bepaalde taken worden uitgevoerd al veranderd, maar het zal waarschijnlijk nog enkele jaren duren voordat de acceptatie een niveau bereikt dat een aanzienlijke invloed heeft op de productiviteitsstatistieken voor de hele economie”, aldus Smid.
Europa is goed voorbereid op AI
Maar hoewel de acceptatie nog in de kinderschoenen staat, is Europa over het algemeen goed voorbereid op AI. Europese landen hebben doorgaans een sterke kenniseconomie en toonaangevende onderwijssystemen. Robuuste instellingen ondersteunen de acceptatie van AI en dempen eventuele turbulentie die hierdoor ontstaat. Grote dienstensectoren en geavanceerde productiesectoren bieden duidelijke use cases voor de implementatie van GenAI.
Het is ook waar dat GenAI op een gunstig moment is gekomen. De groeivooruitzichten voor Europa op middellange termijn worden ondermijnd door een vergrijzende bevolking en een krimpende beroepsbevolking, en de productiviteit in de VS ligt al meer dan tien jaar hoger dan die in Europa. GenAI zou deze nadelen kunnen helpen verzachten, waardoor bedrijven een extra stimulans krijgen om prioriteit te geven aan de invoering ervan.
“De productiviteitsgroei zal achterblijven bij die van de VS en China, maar Oxford Economics verwacht niettemin dat AI het bbp van de eurozone de komende 15 jaar met 1,4% zal doen stijgen, wat neerkomt op een groei van 0,1 tot 0,2 procentpunt per jaar”, aldus Smid. “Wij denken dat de eurozone meer zal profiteren dan het wereldwijde gemiddelde, maar minder dan de VS. De winst zal waarschijnlijk bescheiden en geleidelijk zijn, maar dat kan veranderen als bedrijven AI sneller invoeren dan momenteel wordt verwacht.”
Wij denken dat de eurozone meer zal profiteren dan het wereldwijde gemiddelde, maar minder dan de VS. De winst zal waarschijnlijk bescheiden en geleidelijk zijn, maar dat kan veranderen als bedrijven AI sneller invoeren dan momenteel wordt verwacht.
Een probleem voor Europa is dat de snelheid en impact van de invoering van AI niet overal in de EU gelijk zal zijn. Grote bedrijven beschikken over de middelen en interne expertise om nieuwe technologie effectiever in te voeren dan kleinere bedrijven. Dit is gunstiger voor Noord-Europa dan voor Zuid-Europa. In Duitsland werkt ongeveer 45 % van de werknemers voor grote bedrijven en 40 % voor kleine bedrijven. In Griekenland zijn de vergelijkbare cijfers 17 % en 63 %.
Landen als Duitsland en Nederland beschikken ook over meer diensten met toegevoegde waarde en productiebedrijven die het meest te winnen hebben bij een vroege invoering van AI. Andere Noord-Europese landen, zoals Estland, kunnen de AI-ontwikkeling ondersteunen met geavanceerde digitale infrastructuur en een hoog niveau van IT-geletterdheid. Finland is een ander land dat hoog scoort op het gebied van AI-gereedheid dankzij sterke overheidssteun.
Sectoren in de schijnwerpers
De impact op sectoren zal ook aanzienlijk variëren. De productiviteitskloof tussen de VS en Europa is grotendeels het gevolg van het feit dat Europa de kansen van de internetrevolutie niet volledig heeft benut. De grootste zoekmachines, sociale media en digitale handelsmerken bevinden zich in de VS en China. Afgezien van de technologiesector zijn de prestaties van de dienstensector over het algemeen vergelijkbaar.
Met dat in gedachten zullen innovatieve Europese dienstverlenende bedrijven die een voorsprong nemen bij de invoering van AI, aanzienlijk profiteren van de nieuwe technologie. Dat gebeurt al in sectoren als communicatie, financiële dienstverlening en verzekeringen.
Misschien nog verrassender is dat ook de productiesector een aanzienlijke impuls zal krijgen door AI. De afgelopen jaren heeft hightechproductie de groei van de sector aangedreven, en AI speelt op dit gebied een belangrijke rol. Naast de eenvoudige automatisering van routinetaken, waarvan de minder technologische onderdelen van de productiesector kunnen profiteren, kunnen verbeterde R&D en supply chain management ook grote voordelen opleveren voor de onderdelen van de sector met een hoge toegevoegde waarde, met name die met complexe productieprocessen, zoals de farmaceutische industrie, de automobielindustrie en de lucht- en ruimtevaart.
In alle productiesectoren kan AI helpen bij het ontwerpen van producten en het optimaliseren van voorspellende onderhoudsschema's, om maar twee voorbeelden te noemen. Het kan zelfs nieuwe materialen ontdekken. In de chemische industrie heeft GenAI al nieuwe eiwitten ontworpen.
De impact op sectoren als landbouw en bouw zal waarschijnlijk beperkter zijn, omdat deze sectoren worden gedomineerd door routinematige handmatige taken. Maar zelfs hier heeft AI het potentieel om efficiëntieverbeteringen te realiseren op allerlei gebieden, van voedingsschema's voor gewassen tot logistiek. Met name door de snelle ontwikkeling van GenAI is het potentieel voor nog onvoorziene innovatie in elke sector groot.
De productiviteitswinst
Ondanks dat Europa klaar is voor AI, is dit geen wondermiddel voor de productiviteitsproblemen van het continent. Er blijft veel onzekerheid bestaan over de acceptatiegraad buiten de snelst groeiende AI-pioniers. Sommige sectoren presteren mogelijk beter dan verwacht, terwijl andere achterblijven. Sommige landen zullen vooroplopen, terwijl andere geen vooruitgang boeken.
Niettemin zal de productiviteitsstijging op de lange termijn waarschijnlijk aanzienlijk zijn en zal het effect doorwerken in de economieën. Een hogere productiviteit vertaalt zich in een sterkere loongroei, wat op zijn beurt weer leidt tot hogere consumentenbestedingen. Een effectieve invoering van AI zou kunnen bijdragen aan een positieve spiraal van groei en vraag in Europa, zelfs als de investeringen in software en infrastructuur achterblijven.
Voor meer informatie over de impact van de AI-investeringsboom in de VS en mogelijke neerwaartse risico's, zie de Economic Outlook in het gedeelte ‘Lees meer’ hieronder.
Neem contact met ons op om te ontdekken hoe je jouw eigen kredietrisicostrategie kunt versterken en hoe wij jou kunnen helpen om voorop te blijven lopen.
- De VS loopt voor op de EU wat betreft investeringen in AI en Europa loopt ook achter op China op belangrijke gebieden.
- Maar hoewel de acceptatie nog in de kinderschoenen staat, is Europa over het algemeen goed voorbereid op AI.
- De productiviteitsgroei zal achterblijven bij die van de VS en China, maar Oxford verwacht niettemin dat AI het bbp van de eurozone de komende 15 jaar met 1,4% zal doen stijgen.
- Innovatieve Europese dienstverlenende bedrijven die een voorsprong nemen bij de invoering van AI, zullen hiervan aanzienlijk profiteren. Dat gebeurt nu al in de communicatie, financiële dienstverlening en verzekeringen.
- Verbeterd R&D- en supply chain management door middel van AI zou de farmaceutische industrie, de automobielindustrie en de lucht- en ruimtevaart ten goede kunnen komen.