
In januari 2020 verliet het Verenigd Koninkrijk officieel de Europese Unie. De politici die brexit steunden, juichten het toe als een historische dag voor het land en een dag vol economische kansen. De tegenstanders vreesden het begin van een tijdperk van aanzienlijke economische achteruitgang.
Vijf jaar later ligt de waarheid waarschijnlijk ergens tussen die uitersten in, hoewel een meerderheid van het Britse publiek volgens opiniepeilingen voor aansluiting bij de EU zou stemmen als het referendum opnieuw zou worden gehouden.
Het zouden ook zonder brexit tumultueuze vijf jaren zijn geweest, met de coronapandemie en de Russische invasie in Oekraïne die het economische beeld vertroebelen. Toch lijkt brexit deze uitdagingen te hebben verergerd, met een geschat gat van GBP 140 miljard in de omvang van de Britse economie als direct gevolg van het verlaten van de EU.
Maar brexit heeft sectoren op verschillende manieren getroffen, en in een aantal sectoren van de Britse economie heerst op zijn minst voorzichtig optimisme. In de rest van dit artikel verkennen we het post-brexit economische landschap een half decennium nadat het VK de EU verliet.
De Britse economie en brexit: het bredere plaatje
De post-brexit handels- en samenwerkingsovereenkomst (TCA) trad in werking op 1 januari 2021, na een ‘overgangsperiode’ van twaalf maanden. De overeenkomst introduceerde onmiddellijk nieuwe regelgevingsbarrières, douanecontroles en oorsprongsregels tussen het VK en de EU.
Het resultaat was, deels onvermijdelijk, een afname van de handel, waarbij in een rapport de daling van de goederenexport vanuit het VK werd geschat op GBP 27 miljard in 2022. Drie jaar later is de handel nog steeds een punt van zorg.
“Het handelsbeeld blijft grimmig voor het VK vijf jaar na het verlaten van de EU”, zegt Dana Bodnar, econoom bij Atradius.
De totale handel heeft zich niet hersteld tot het niveau van voor brexit en met de exportprestaties van het VK is het nog slechter gesteld dan met de import.
De totale goederenhandel van het VK bedraagt 88% van het niveau van vóór brexit en de goederenexport van het VK slechts 82%. Het handelsvolume van de EU is daarentegen toegenomen en ligt nu op hetzelfde niveau als in januari 2020.
Voorbij de EU: het VK en de wereld
Vergelijkingen tussen het VK en de EU vertellen niet het hele verhaal. Pro-brexit-politici beloofden dat een Britse economie die vrij zou zijn van wat zij beschouwden als de ketenen van de EU-regelgeving, gemakkelijker handel zou drijven met de rest van de wereld. Maar ook hier is de vooruitgang beperkt gebleven.
“Het VK heeft nu 70 handelsovereenkomsten,” zegt Bodnar. ”Maar de overgrote meerderheid daarvan zijn in wezen doorrol-overeenkomsten, die de handelsvoorwaarden uit de bestaande overeenkomsten van de EU met derde landen eerbiedigen.”
Tot de nieuwe overeenkomsten die sinds brexit zijn gesloten, behoren bekende maar bescheiden overeenkomsten met Australië en Nieuw-Zeeland. De onderhandelingen met de VS - de grootste handelspartner van het VK buiten de EU - zijn tijdens de regering Biden vastgelopen. De hoop op het hervatten van de onderhandelingen zou kunnen worden aangewakkerd door de inauguratie van president Trump, maar er wordt op korte termijn geen overeenkomst verwacht.
Misschien wel de belangrijkste nieuw door het VK gesloten overeenkomst is de toetreding tot de Comprehensive and Progressive Agreement for the Trans-Pacific Partnership (CPTPP), een handelsblok dat elf landen omvat die zich uitstrekken over de Stille Oceaan. De overeenkomst is net in werking getreden en de gevolgen zullen pas de komende jaren duidelijk worden.
De kortetermijnvoordelen van toetreding tot het CPTPP zijn beperkt, aangezien het VK al bilaterale handelsovereenkomsten had met negen van de elf CPTPP-leden. Maar het zou in de toekomst meer voordelen kunnen opleveren naarmate het handelsblok zich uitbreidt, vooral nu China (de op een na grootste handelspartner van het VK) formeel om toetreding heeft gevraagd.
Hoewel het economische klimaat moeilijk is voor het VK, is het verre van rampzalig. Analisten erkennen dat er obstakels zijn na brexit, maar vinden het bemoedigend dat het Verenigd Koninkrijk openstaat voor handelsovereenkomsten en minimale beperkingen heeft op buitenlands eigendom.
Sectoranalyse: vertragingen, personeelstekorten en tarieven
Sectoren hebben op verschillende manieren en in verschillende mate de gevolgen van brexit ondervonden, hoewel in de meeste gevallen de gevolgen negatief waren. Dit zijn de effecten op drie belangrijke sectoren van de Britse economie.
Landbouw - tekort aan arbeidskrachten en post-brexit-controles
Tot nu toe is de Britse landbouw het zwaarst getroffen door het tekort aan arbeidskrachten als gevolg van brexit. Brexit en de oorlog in Oekraïne hebben de Britse boeren afgesneden van continuïteit in de aanvoer van seizoensarbeiders. In een onderzoek van de National Farmers' Union (NFU) meldde 40% van de respondenten oogstverliezen te hebben geleden als gevolg van een tekort aan arbeidskrachten. Daarnaast worden de aanzienlijke oogstverliezen in 2022-2023 toegeschreven aan een krappe arbeidsmarkt.
In september 2024 kondigde de regering een derde uitstel aan van de post-brexit-controles op bepaalde soorten uit de EU geïmporteerde groenten en fruit, om de bezorgdheid over mogelijke kostenstijgingen weg te nemen. De controles zullen nu beginnen op 1 juli, in plaats van op 1 januari 2025. De meeste verse producten zullen echter worden vrijgesteld van de controles.
Auto-industrie – uitstel van de gevolgen van brexit
Een van de belangrijkste gevolgen van brexit voor zowel de Britse als de EU-autosector moet nog worden geïmplementeerd. De post-brexit handelsovereenkomst met de EU (TCA) bepaalde dat er een tarief van 10% zou worden geheven op elektrische voertuigen die tussen de EU en het VK worden verhandeld als ze niet voldoen aan de nieuwe vereisten van de ‘oorsprongsregels’. De vereisten hadden in januari 2024 van kracht moeten worden, maar zijn nu met nog eens drie jaar uitgesteld.
”De toevoeging van de 10% tarieven op in de EU en het VK geproduceerde elektrische voertuigen dreigde de elektrificatie van de Europese autosector op een cruciaal moment in gevaar te brengen, net nu deze sector te maken kreeg met een aantal uitdagingen, waaronder de toenemende concurrentie van Chinese autofabrikanten,” zegt Nicola Harris, senior risicoanalist voor de transportsector bij Atradius in het VK.
Wij zijn van mening dat het uitstel een positieve stap is voor de ontwikkeling van de Europese toeleveringsketen voor elektrische voertuigen.
Chemie - een belangrijke sector die voor uitdagingen staat
De chemische industrie is een andere belangrijke sector van de Britse economie en twee derde van de productie uit de chemie wordt geëxporteerd, het merendeel naar Europa. Zonder vrijhandel wordt 70% van de export van het VK naar de EU belast, en ook de import van grondstoffen uit de EU zal worden belast.
“Daarnaast is het een uitdaging voor het VK om een kosteneffectief regelgevingsstelsel te ontwikkelen ter vervanging van het EU-systeem voor de registratie van chemische stoffen. Dit heeft steeds meer invloed op de investeringen in de petrochemische sector naarmate bedrijven de onzekerheden en kosten in verband met het regime proberen te omzeilen”, zegt Sarah Evans, senior risicoanalist voor de chemische industrie bij Atradius in het VK.
Op de langere termijn verwachten we ook dat het tekort aan geschoolde arbeidskrachten als gevolg van brexit zal drukken op de vooruitzichten van de sector.
De langere termijn
Er zijn lichtpuntjes in de Britse economie, met sectoren zoals lucht- en ruimtevaart, papier en verpakkingsmateriaal en hernieuwbare energie die naar verwachting veerkrachtig zullen zijn in 2025. De media-industrie in het VK zal ook aanzienlijk groeien. Maar sectoren met een grotere blootstelling aan brexit-uitdagingen - staal, logistiek, bouw - worden geconfronteerd met grotere onzekerheid.
Brexit ging over veel meer dan de economie, maar alleen al vanuit dat perspectief is het duidelijk dat brexit - tot nu toe - geen succes is gebleken. De Britse handel met zowel de EU als de rest van de wereld blijft matig en grote sectoren van de Britse economie hebben te lijden onder kostenstijgingen, complexere bureaucratie en tekorten aan arbeidskrachten die allemaal aan brexit kunnen worden toegeschreven.
Voorstanders van het terugtrekken uit de EU zullen aanvoeren dat deze kinderziektes na verloop van tijd vanzelf zullen verdwijnen en dat een deel van de handelsdaling het gevolg is van de economische uitdagingen van de EU zelf in plaats van het gevolg van de brexit. Ze wijzen ook op het CPTPP en een mogelijke handelsovereenkomst met de VS als redenen om hoopvol te zijn, naast nieuwe IMF-gegevens die het VK in 2025 als de snelst groeiende grote Europese economie laten zien.
Maar ook al zien de groeivooruitzichten van het VK er voor 2025 rooskleuriger uit dan die van andere grote Europese economieën, ze blijven onder het gemiddelde jaarlijkse percentage van 2% van vóór brexit. Vooral de handelsvooruitzichten blijven hoogst onzeker. Nu brexit vijf jaar een realiteit is, kunnen we alleen maar met zekerheid zeggen dat de economische voordelen ervan nog moeten komen.